Snijrozen vormen ongeveer 80 procent van de totale snijbloemenproductie in Kenia. Om risico's meer te diversifiëren en meer ondernemers naar Kenia te trekken, zijn we op zoek gegaan naar alternatieven”, vertelt student Quinten Buys. Samen met vierdejaarsstudenten Bas van Dijk, Justin Middelburg, Sven Bickencamo en Bas van den Bosch kijkt hij in zijn onderzoek vooral naar snijbloemen, waar in de regel voldoende vraag naar is.
Daarnaast onderzochten de studenten welke soorten ecologisch geschikt zijn voor het Keniaanse klimaat. “Het moet financieel haalbaar zijn. Je moet er geld aan verdienen”, zegt Middelburg. “Daarom hebben we ook onderzocht of alternatieve gewassen logistiek interessant zijn voor afzet in Europa of het Midden-Oosten.”
Vervoer is geen probleem
Transport van geteelde producten is op dit moment nog een probleem, vervolgt Middelburg. 'Tegenwoordig worden de meeste snijbloemen vanuit Kenia per vliegtuig verscheept. De problemen op dit gebied nemen echter snel toe. Denk aan het gebrek aan luchtvracht en de negatieve impact van luchtvracht op het milieu.'
* Lees ook: Tuinbouwbedrijven zien toekomst in maritiem transport
Daarom schrijven de studenten in hun studie dat er een groot potentieel is voor de Keniaanse sierteeltsector als er meer producten geleverd kunnen worden. Ze schrijven dat er grote verschillen zijn tussen de Nederlandse en Keniaanse tuinbouwsector.
“In Kenia staan bijvoorbeeld nog houten kassen en de meeste zijn van plastic. Hier in Nederland zweren we bij glas en dat moet zo transparant en licht mogelijk zijn”, zegt Van Dijk. 'In Kenia is low-budget telen essentieel. Alles wordt daar nog met de hand gedaan. De Nederlandse teler is veel meer geautomatiseerd.'
Meer dan alleen rozen kweken
Volgens de studenten zijn er ook veel kansen. Alle resultaten van het onderzoek worden op donderdag 15 december bekend gemaakt op de Hogeschool Delft. “Wat we nu al kunnen zeggen, is dat er zoveel meer mogelijk is dan alleen roze producten”, zegt Van Dijk.