Onlangs vond de vierde editie van Future Trends & Innovations plaats. In tegenstelling tot eerdere edities stond het deze keer volledig online, en met meer aanmeldingen dan ooit tevoren, merkten organisatoren AVAG, TNO, Stichting Hortivation en GreenTech tevreden op.
Ook vanachter de schermen was er volop discussie, met als inspirerende vraag aan het einde van het plenaire gedeelte of 'wij' in de sector echt weten wie er verder staat in robotisering: 'wij' of 'de andere landen'?
Die vraag kwam naar voren na een keynote speech van Jan de Ruyter, Sector Banker Plant Sectors bij ABN AMRO. Samen met collega's van de bank presenteerde hij deze zomer een rapport met de voorspelling dat 'de strijd om landbouwrobots zal losbarsten' en dat 'een verdrievoudiging van de markt voor landbouwrobots in tien jaar mogelijk is'. Tijdens zijn toespraak lichtte hij dit toe.
Jan de Ruyter hield de keynote speech
Het 'gevaar' van de 'grote jongens'
Ook de bekende verschijnselen als de stijging van de arbeidskosten in de teelt, de wereldvoedselproblematiek en de wereldwijde concurrentie kwamen aan bod. Ook concurrentie van de 'grote jongens', die groeikansen zien in de (glas) tuinbouw, waar uiteraard kansen zijn voor robots.
De vraag is: is die concurrentie een 'gevaar' voor Nederlandse tuinbouwtechnologiebedrijven? Kunnen ze hun sterke positie in de internationale hightech glastuinbouw behouden als er sterke partijen naar voren komen uit bijvoorbeeld Silicon Valley of Israël, waar Jan forse investeringen in robotica ziet?
Nederlands ecosysteem
Het Nederlandse ecosysteem voor robotica-ontwikkeling doet het volgens Jan en zijn collega's bij ABN AMRO goed, met veel universiteiten en innovatieve bedrijven die bezig zijn met ontwikkelingen op het gebied van robotica.
Ook startups - Jan, namens ABN AMRO, merkte dat de bank het moeilijk heeft om hen financieel te ondersteunen, omdat het moeilijk kan zijn om in te schatten waar die partijen zich bevinden en wat hun potentieel is. Startups en investeerders met elkaar verbinden, dat is een grotere kracht van de bank.
Nederland loopt achterop?
Dat potentieel inschatten, en vooral hoe ver bedrijven zijn met hun robots, dat is niet alleen moeilijk voor de bank. In de livechat tijdens het webinar ontstond een levendige discussie, over de vraag of Nederland op het gebied van tuinbouwrobotica wordt ingehaald door buitenlandse concurrenten.
Daar zijn de 'pessimisten' zeker van. Ze horen (succes) verhalen over robots van over de hele wereld, terwijl kassen in Nederland verre van robot gevuld zijn. Een logische gedachte, waarschijnlijk voortkomend uit de liefde voor de tuinbouwsector die drastisch kan veranderen als veel partijen, soms zelfs van buiten de tuinbouw, de leidende posities gaan overnemen.
'Wat van ver komt, (klinkt) goed'
Aan de andere kant zijn er de 'optimisten' (of 'realisten'?) Die elk verhaal over de geboorte van buitenlandse robotspelers nuanceren. “De buitenlandse verhalen over ontwikkelingen klinken vaak verder dan ze in werkelijkheid zijn”, werd opgemerkt in de chat. Het Nederlandse gezegde 'Wat van ver komt, is goed', was hier van toepassing. Dit gezegde betekent dat iets vreemds speciaal klinkt en daarom denken mensen dat het speciaal is, wat misschien helemaal niet waar is. In de chat werd het meteen gevolgd met: "Maar we kunnen niet stilstaan!"
De 'optimisten' wijzen erop dat Nederland dat echt niet doet. Bekijk de voorbeelden van onder meer meerdere (prototype) oogstrobots en robotica voor teeltacties of gewasbescherming. Verhalen over deze technieken komen ook naar buiten, maar Nederland is 'klein' en 'buitenland' veel groter, waardoor deze verhalen de neiging hebben verloren te gaan.
Zeker als je gaat googlen of snuffelen op social media. Je vindt zoveel video's van 'supersnelle' robots. Maar het blijft moeilijk in te schatten hoe ver die partijen echt zijn in hun ontwikkeling.
De eerste zijn
Jan, als keynotespreker, kreeg het laatste woord. Hij merkt op dat het gevoel van 'Nederland een beetje misloopt' aanleiding was om het rapport te schrijven. Hoe zorgen 'wij' ervoor dat Nederland de rol van tuinbouwtechniekspeler behoudt, ook op het gebied van tuinbouwrobotica?
Door de telers, de zeer goede telers hier in Nederland, te betrekken bij de ontwikkeling van de robotica, stelt Jan vast. En door ervoor te zorgen dat, waar wettelijke barrières zijn, ze de ontwikkelingen niet te veel in de weg zitten.
En: door samen te werken en niet iedere man voor zichzelf het wiel uit te vinden. Ook dat individueel werken kan (een van de) oorzaken zijn van de 'stilte' op het gebied van robotica. Omdat iedereen de eerste wil zijn met de beste robot die er is, en niet het risico loopt iets te laten zien waar de ander mee weg zal gaan.
Angela Barendregt, Thijs Res en Pieter Ammerlaan presenteerden een film met hun visie op de 'Kas 2030'.
Kas 2030
De robots, in ieder geval grote volumes, zullen er niet snel zijn. Maar de ontwikkelingen staan niet stil. Leden van Young AVAG weten dat ook. Aan het begin van het programma mochten ze hun visie op de 'Kas 2030' delen.
Pieter Ammerlaan (Havecon), Angela Barendregt (Hoogendoorn) en Thijs Res (VB Groep) presenteerden een video, waarin enkele van de eerste leden van deze tuinbouwtechniektalentenclub (waarvan een tweede jaar zal worden gehouden, vertelde AVAG-voorzitter Annie van de Riet trots) hun licht op die kas uit 2030 schenen.
Van buiten zal die kas niet zo veel verschillen van de huidige kassen, maar van binnen wel heel anders. Kassen worden onder meer uitgerust met (full) LED, drones en een steeds groter aantal geautomatiseerde, data-gebaseerde klimaat- en irrigatiesystemen.
En, na bovenstaande discussie, een interessant idee voor de toekomst: de consument en / of afnemer van een product zou in 2030 wel eens invloed kunnen hebben op de productie van zijn tomaat of komkommer in de kas. De teler, die nog steeds de touwtjes in handen heeft, zou meer kunnen doen voor de gepersonaliseerde (smaak) wensen van de klant.
Stof tot nadenken genoeg, en voor degenen die er nog niet genoeg van hadden, volgde er een gepersonaliseerd programma met sprekers met innovaties voor de middellange termijn (5-10 jaar) en korte termijn (1-5 jaar).
Foto's: Rolf van Koppen Fotografie