Naarmate de klimaatverandering ernstiger wordt en wereldwijd vaker voorkomt, is het van vitaal belang om de reacties van belangrijke gewassen te observeren en te begrijpen wanneer ze worden blootgesteld aan verschillende abiotische (milieu) stress. Twee milieuomstandigheden waarmee Britse gewassen worden geconfronteerd, zijn droogte en overstromingen. In combinatie met hoge temperaturen kunnen deze rampzalig zijn voor de opbrengsten en een domino-effect hebben op de voedselkwaliteit, voedselprijzen, zaadbeschikbaarheid en kwaliteit. Onlangs in 2020 had een zeer natte winter gevolgd door een zeer droge lente een negatieve invloed op alle Britse gewassen.
Gezonde plantengroei en gewasopbrengsten worden bepaald door meerdere factoren: water, nutriënten, temperatuur, bodemstructuur en chemie, en licht. Met het huidige klimaat dat sneller verandert dan planten zich kunnen aanpassen, vormt dit een fundamenteel probleem voor de landbouw, met als gevolg dat gewassen op veel manieren worden uitgedaagd. Om de weerbaarheid van gewassen tegen abiotische (milieu) en biotische (pathogenen – plagen en ziekten) stress te vergroten, is het belangrijk om nieuwe gewasvariëteiten te identificeren die een hogere mate van veerkracht hebben tegen een of meer van deze tijdelijke stress gedurende hun leven.
Om dit te doen, moeten de onderliggende genen worden geïdentificeerd die deze gewenste veerkrachtige eigenschappen beheersen. Plantenwetenschappers kunnen dit doen door experimenten te ontwikkelen die fenotyperingstests worden genoemd, die een grote verscheidenheid aan planten screenen op gewenste eigenschappen (fenotypes) die vervolgens worden gekoppeld aan specifieke genen. Dit is een uiterst nuttig hulpmiddel, niet alleen om genen te identificeren en te matchen met specifieke kenmerken (fenotypes), maar ook om genen te identificeren die mogelijk verloren zijn gegaan van huidige commerciële gewasvariëteiten die selectief zijn veredeld om goed te presteren onder optimale omstandigheden, waar stress worden op afstand gehouden door irrigatie, pesticiden en kunstmest.
Eén benadering is gefinancierd door Defra via het Vegetable Genetic Improvement Network (VeGIN). VeGIN heeft toegang tot de Plantaardige Genetische Bronnen Unit (GRU) in het Warwick Crop Centre, waar duizenden variëteiten van verschillende gewassoorten worden geconserveerd, gedocumenteerd en onderzocht. VeGIN-populaties omvatten niet alleen moderne cultivars, maar ook verwante wilde ouders en erfgoedvariëteiten van de gewassen die we tegenwoordig eten, verzameld van over de hele wereld. Deze plantenrassen vertegenwoordigen potentiële bronnen van nieuwe genetische diversiteit, die vervolgens door veredelaars kunnen worden gebruikt om gewassen te ontwikkelen met een hogere tolerantie tegen biotische (pathogene) en abiotische (milieu) uitdagingen.
Lees het volledige artikel op www.foodsecurity.ac.uk.