Het gebruik van biologische bestrijders om kasgewassen te beschermen is effectief gebleken
Heijo Dodde schrijft hierover in een artikel op de portal www.nieuweoogst.nl.
Volgens de laatste gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) werden in 95 in 2020 procent van het areaal ongedierte in kasgewassen, waaronder spintmijten, biologisch bestreden. De gegevens volgen uit een onderzoek waaraan 1,315 glastuinbouwbedrijven in het land deelnamen.
Zo was het aandeel biologische bestrijding in kassen in Nederland in 92 2016 procent, tegen 78 procent in 2012. Voor elk van de negen onderzochte gewassen in 2020 is biologische bestrijding toegepast op minimaal 75 procent van het areaal. In 2020 werden bijna alle kaskomkommers, paprika's en tomaten binnen geteeld zonder bestrijdingsmiddelen.
In de aardbeienteelt onder glas is het gebruik van biologische bestrijders fors gestegen van 58 procent in 2016 naar 98 procent in 2020.
Ook siergewassen als rozen, gerbera's en chrysanten nemen in 90 ruim 2020 procent van het areaal biologische bestrijding voor hun rekening. Volgens het CBS blijven alleen potplanten – bloeiend en bladgroen – respectievelijk 75% en 81% achter.
In de Nederlandse glastuinbouw worden vier hoofdgroepen biologische bestrijders gebruikt voor de bestrijding van plagen.
In 52 zijn ongeveer 2020 miljard roofmijten en rooftrips geïntroduceerd, bijna vijf keer meer dan in 2016. Het gebruik van deze biologische bestrijders is vooral toegenomen in de aardbeienteelt binnenshuis (van 54 procent in 2016 naar 98 procent) en gerbera's (van 68 tot 98 procent). Roofmijten spelen een minder belangrijke rol in de tomatenteelt. Parasitaire wespen zijn daar relevanter.
Het aantal sluipwespen en galmuggen van Aphidimiz voor kasuitzet was 2.4 miljard, meer dan het dubbele van het aantal in 2016. Sluipwespen en galmuggen werden in 2020 ingezet op 74 procent van het totale areaal van negen kasgewassen. In 2016 was dit 67 procent. Deze biologische bestrijders worden veel toegepast op paprika's, tomaten en gerbera's.
Het aantal geplaatste entomofagen van de derde groep roofwantsen, gaasvliegen en zweefvliegen, evenals roofkevers is veel lager - 0.2 miljard, maar nog steeds meer dan twee keer zoveel als in 2016.
Het gebruik van roofwantsen, gaasvliegen, zweefvliegen en roofkevers in Nederlandse kassen is gestegen van 54 procent van het areaal in 2016 naar 61 procent in 2020. In de paprikateelt wordt deze groep insecten in 98 procent van het areaal ingezet voor ongediertebestrijding , gevolgd door tomaten - 93 procent. Ook bij kasrozen is het gebruik van deze biologische bestrijders sterk gestegen, van 25 procent in 2016 naar 56 procent in 2020.
De vierde groep biologische bestrijders zijn nematoden. Ze worden in relatief grote hoeveelheden gebruikt in de glastuinbouw. Volgens gegevens van 2020 zijn er ongeveer 5.202 miljard bruikbare aaltjes geplaatst.