Telers die hun aan- en afvoerwater willen laten testen, moeten een monster nemen en naar een laboratorium sturen. Ze moeten dan een paar dagen wachten op de uitslag. Om deze redenen wordt deze operatie slechts om de 7 - 14 dagen uitgevoerd. Door het water ter plaatse te meten met een ionenspecifieke meter is het resultaat in ongeveer een uur bekend en kan de teler dus direct bijsturen indien nodig. Daarnaast laat het creëren van data in-situ ruimte voor toekomstige automatisering van de aanpassingen. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research onderzoeken het praktische gebruik van Celine, een ionenspecifieke meetapparatuur, en het nut van een zogenaamde 'ionenspecifieke teelt'.
Een paar jaar geleden lanceerde The Sensor Factory de Celine, een instrument voor het uitvoeren van ion-specifieke metingen waarbij gebruik wordt gemaakt van de techniek van capillaire elektroforese. WUR heeft een consortium opgericht om te onderzoeken hoe de Celine het beste kan worden ingezet en verbeterd. WUR wil voldoende informatie verzamelen om ion-specifieke teelt (ISC) (dagelijkse aanpassing per ion) te vergelijken met conventionele praktijk (CC) (dagelijkse aanpassing op EC) en de hogere efficiëntie van de eerste te bewijzen. Aangenomen wordt dat ISC de ionenfluctuaties in het wortelmilieu vermindert in vergelijking met CC, wat de opbrengst uiteindelijk met 5% kan verhogen.
Laboratoriumtests
Er werden eerst laboratoriumtests uitgevoerd om het effect van ionenfluctuaties op de opbrengst aan te tonen. WUR heeft vervolgens een vergelijkende proef uitgevoerd tussen ISC en CC, die echter geen significante winst voor ISC opleverde vanwege technische storingen bij het toepassen van de dagelijkse aanpassingen aan ISC. Om dagelijkse aanpassingen toe te passen, is het zelfs noodzakelijk om een meststofinjectie-eenheid te hebben. Daarom volgde in 2021 het onderzoek bij groenteteeltbedrijf Royal Pride en wordt de Celine momenteel getest door tomatenteler Kwekerij Lijntje, waar beide telers mestinjectie-units hebben.
Het onderzoek kijkt vooral naar de macronutriënten NH4, K, Ca, Mg, Na, NO3, Cl, SO4, PO4 en HCO3. Zowel het drainwater als het gietwater wordt onderzocht. Die gaat via een pijp naar de Celine. De meting is dus automatisch; de teler hoeft dus geen monsters te nemen. Tijdens het onderzoek worden de gegevens over de ionen geladen in een voedingsadviesprogramma (NRP) van WUR, de BAB (Bemesting Advies Basis), dat de gegevens van Celine uitwerkt en de teler de dagelijkse aanpassingen voorstelt.
Autonome fertigatie
Het gebruik van een ion-specifieke meter in-situ in combinatie met een NHP zou vooral interessant zijn voor die gebieden waar minder kennis beschikbaar is over bemesting en laboratoriumanalyses te traag of te duur zijn. In plaats daarvan is deze combinatie voor modernere kassen de eerste stap naar autonome fertigatiesystemen.
Voor meer informatie:
Wageningen University & Research
www.wur.nl
Een bron: https://www.hortibiz.com/