IJsbergsla, eikenbladsla, romaine en alle andere slasoorten die we tegenwoordig eten, stammen af van wilde planten die 6000 jaar geleden in de Kaukasus werden gemodificeerd zodat uit de zaden plantenolie kon worden geoogst. Nadat de oude Grieken en Romeinen de planten verder veredelden om ze als bladgroente te gebruiken, kwam na verloop van tijd ook sla op ons bord terecht. De bijzondere geschiedenis van sla is tot in detail beschreven dankzij de DNA-analyse van 445 slasoorten, uitgevoerd door Wageningen University & Research en het Chinese BGI. Hun onderzoek wordt vandaag gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Nature Genetics en opent de deur naar een snellere en effectievere veredeling van veerkrachtigere voedselgewassen.
Probeer je eens een verzameling van 2500 verschillende slasoorten voor te stellen: zo'n 1500 soorten die ooit door boeren ergens in de wereld zijn gekweekt en zo'n 1000 populaties wilde slaplanten uit bermen en natuurgebieden. Probeer je dan eens voor te stellen dat het DNA van al deze slasoorten wordt verzameld en gebruikt om te bepalen hoe de sla op ons bord is ontstaan. De eerste wilde planten werden 6000 jaar geleden aangepast voor teelt in de Kaukasus. Deze eerste slasoorten waren alleen geschikt voor het oogsten van zaden om olie te winnen, en de oude Grieken en Romeinen veredelden deze planten (in die tijd hadden ze nog doornen aan de bladeren) om als bladgroente te gebruiken. En het verhaal dat door het DNA wordt verteld, gaat verder, tot aan de Amerikanen die eigenschappen van wilde variëteiten nodig hadden om zachte, gladde botersla te veranderen in harde, gebobbelde ijsbergsla.
Verschillende soorten sla over de hele wereld
Langzame migratie door Europa
Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN), de Nederlandse genenbank en onderdeel van Wageningen University & Research (WUR), beheert deze collectie van 2500 slasoorten. Dit is de grootste, meest complete en best gedocumenteerde slacollectie ter wereld.
In samenwerking met het Chinese BGI wordt van alle 2500 soorten de DNA-volgorde bepaald, inclusief een analyse van genetische varianten en de verschillen en overeenkomsten tussen deze varianten. De resultaten van de eerste 445 slasoorten hebben geleid tot een publicatie in Nature Genetics over het ontstaan en de veredelingsgeschiedenis van het gewas.
Het blijkt dat er een schat aan informatie beschikbaar is gekomen. Het blijkt dat de moderne rassen van cultuursla grotendeels lijken op hun wilde voorganger Lactuca serriola uit de Kaukasus en de eerste cultuursla moet zijn geteeld voor zaad en gebruikt voor olie. Ook de langzame migratie van sla door heel Europa via het Romeinse Rijk en de overgang van zaadgewas naar bladgewas zijn te reconstrueren.
IJsbergsla versus "oude" botersla
Het onderzoek kon ook het punt bepalen waarop de recentere ijsbergsla in het genetische materiaal van de wilde Lactuca virosa afweek van de "oude" kropsla, een feit dat op basis van de genealogische gegevens van deze slasoorten al lang werd vermoed.
Analyse van de relatie tussen de DNA-informatie en eigenschappen van de gekweekte sla laat zien dat er streng is geselecteerd op eigenschappen die wenselijk waren voor productie en consumptie, de ‘domesticatiekenmerken’ zoals het ontbreken van stekels en doorns, wat resulteerde in verminderde diversiteit in de gebieden van het DNA waar de genen voor deze eigenschappen zich bevinden. Ook blijkt dat het bepalen van de locatie van meerdere genen in het DNA mogelijk is door de relatie tussen DNA-variatie en eigenschappen te analyseren door middel van zogenaamde Genome Wide Association Studies (GWAS).
De sleutel tot een schat aan genetisch materiaal voor de fokkerij
Volgens Rob van Treuren en Theo van Hintum, de twee Wageningse co-auteurs van de publicatie, laat het onderzoek prachtig zien hoeveel informatie er kan worden verzameld uit DNA-informatie in een genenbankverzameling. Het laat ook zien hoe belangrijk behoud en bescherming van biodiversiteit en genetische bronnen zijn voor een duurzame voedselvoorziening in tijden van klimaatverandering en een groeiende wereldbevolking.
“Het bepalen van de DNA-volgorde van het materiaal, in onze collecties en andere, stelt de wetenschap in staat om de tot nu toe verborgen eigenschappen te traceren in duizenden variëteiten en wilde populaties van sla en andere gewassen. Daarmee hebben we de sleutel van een enorme schatkist in handen gekregen. Stel je bijvoorbeeld voor dat uit onderzoek blijkt dat bepaalde genen belangrijk zijn voor resistentie tegen droogte of een bepaalde ziekte. Dan zou je in de DNA-gegevens kunnen zoeken naar genetische bronnen met genen die erg op elkaar lijken en met die bronnen zou je planten veel sneller en effectiever kunnen kweken dan voorheen mogelijk was. Dat is ronduit revolutionair.”
Voor meer informatie:
Wageningen University & Research
www.wur.nl