Welk tropisch fruit is kansrijk in de kassen van Nederlandse glastuinbouwondernemers? Met deze vraag startte de Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research een onderzoek naar de teelt van avocado, papaja en mango. Van die drie gewassen bleek de papaja op korte termijn het meeste potentieel te hebben. Dankzij dit onderzoek is een Nederlandse teler nu begonnen met de commerciële teelt van papaja.
Voor het onderzoek zijn op de onderzoekslocatie in Bleiswijk verschillende cultivars van de drie gewassen aangeplant. Diverse aspecten van de teelt van de tropische vrucht zijn onderzocht, zoals licht, water en bestuiving. Uit het onderzoek bleek dat papaja de meeste kans bood op een gezond bedrijfsmodel.
Een papaja is de vrucht van een zogenaamde meloenboom. De vrucht groeit direct op de stam, onder een blad. Voor een goede oogst moeten de bladeren op tijd worden verwijderd om goed fruit te laten groeien. Een meloenboom heeft drie mogelijke geslachten: mannelijk, vrouwelijk en hermafrodiet. Voor de teelt van de papaja is de hermafrodiet nodig, die de gewenste langwerpige vruchtvorm geeft. Dit betekent dat zaailingen gesekst moeten worden door een gespecialiseerd bedrijf.
Mede dankzij dit onderzoek wordt er nu op vier hectare papaja geteeld in een Nederlandse kas. Dat is pas een paar jaar na de studie in Bleiswijk. Dat het zo snel kan gaan, komt ook door vragen uit de markt. Telers van tropisch fruit kregen regelmatig de vraag van afnemers of tropisch fruit ook in Nederland geteeld kan worden. Papaja komt bijvoorbeeld voornamelijk uit Zuid-Amerika. Daarnaast wordt het fruit geteeld in Spaanse plastic kassen.
Het onderzoek naar de teelt van tropisch fruit is gefinancierd door SunFresh en de Hagelunie.